jai gaṇeśa

JAI GAṆEŚA JAI GAṆEŚA JAI GAṆEŚA PĀHIMĀM
ŚRĪ GAṆEŚA ŚRĪ GAṆEŚA ŚRĪ GAṆEŚA RAKṢAMĀM
OM GAM GAṆAPATAYE NAMAḤ
GAM GAṆAPATAYE NAMO NAMAḤ

Overwinning voor Ganesha, redder en beschermer, heer van de troepen, verwijderaar van alle obstakels. Ik buig voor je naam.

jai: overwinning op, viering van
gaṇeśa: zoon van Śiva en Pārvatī, de godheid met het olifantenhoofd die obstakels opruimt en heer van alle wezens is
pāhi: redden
mām: voor mij
śrī: schitterend, magnifiek
rakṣa: beschermen
mām: voor mij
om: de eerste trilling in het universum, de oerklank vanwaaruit alle andere klanken, alle woorden, alle talen en alle mantra’s zijn voortgekomen
gam: Gaṇeśa’s bīja-mantra, of zaadlettergreep, die op zichzelf geen betekenis heeft maar toch de essentiële energie van de godheid bevat
gaṇa: groep mensen
pata: heer
gaṇapataye: voor Gaṇapati (Gaṇeśa), zoon van Śiva en Pārvatī, de godheid met het olifantenhoofd die obstakels opruimt en heer van alle wezens
namaḥ: begroetingen, eerbied
namo: zie namaḥ *
* Wanneer Sanskrietwoorden in een zin voorkomen, verandert de laatste klank van elk woord enigszins, afhankelijk van de klank waarmee het volgende woord begint. Dit proces wordt Sandhi genoemd. In dit geval: “namaḥ namaḥ” wordt “namo namaḥ” omdat een woord dat eindigt op “-aḥ” verandert in “-o” vóór een woord dat begint met “n/m”.

Met deze mantra zoeken we onze toevlucht bij Gaṇeśa, die vooral bekend staat voor het wegnemen van obstakels. Hij is ook bekend als Vighnēṣvara of Vighnarāja, die beide letterlijk ‘heer van obstakels’ betekenen. Wat soms over het hoofd wordt gezien, is dat hij obstakels niet alleen wegneemt, maar ook plaatst. Daarom vragen we, wanneer hij wordt aangesproken, niet zozeer om onze problemen op te lossen, eerder om ons te helpen om wat we als problemen ervaren vanuit een ander perspectief te bekijken.
Gaṇeśa-s afbeelding weerspiegelt deze openheid van geest: hij heeft grote oren om te luisteren, een groot hoofd om na te denken, kleine ogen om zich te concentreren, een kleine mond om minder te praten, een dikke buik om alle dingen in het leven te kunnen verteren, een slurf om onderscheid te kunnen maken tussen de dingen, en slechts één slagtand die wordt geïnterpreteerd als kunnen loslaten van wat niet langer dient.
Het zingen van de naam van Gaṇeśa (of een andere godheid) wordt nāmarūpa genoemd, wat ‘naam en/is vorm’ betekent. In de mantra-traditie belichaamt de naam van iets de essentie van zijn vorm. Door iemands naam te zeggen, roepen we hun energie in onszelf op. Dit is waarom in zoveel mantra’s, wanneer we “namo namaḥ” chanten, dit vaak vrij vertaald wordt als “Ik buig voor uw naam”.
Deze intentie wordt verder versterkt door het laatste deel van deze mantra. Elke godheid heeft een zaadlettergreep of bīja-mantra, waarvan wordt gezegd dat deze hun kernvibratie of essentiële energie bevat. Net als bij nāmarūpa, roept het chanten van een bīja op zichzelf al de energie van de godheid op. Door Gaṇeśa’s zaadlettergreep ‘gam’ te combineren met zijn naam en deze vooraf te laten gaan door de heilige oorspronkelijke klank ‘oṃ’ in ‘Oṃ Gam Gaṇapataye Namaḥ’, wat Gaṇeśa-s wortel (mūla) mantra zou kunnen worden genoemd, wordt het geheel des te krachtiger.

Toen ik de mantra’s die ik voor het HOME-album wilde opnemen voor het eerst voorlegde aan mijn producer, Spring Groove, was ze aanvankelijk geen fan van mijn interpretatie van “Jai Gaṇeśa”. Ik had haar tegenstand niet verwacht, omdat ik er zo dol op was. Ik moest haar echt overtuigen om het in de running te houden voor de uiteindelijke tracklist. Ik herinner me nog dat ze zei: “Ik vind het een beetje‘ circus-achtig’” :-). Ik vatte die uitspraak niet zozeer op als kritiek, maar eerder als een nauwkeurige beschrijving van de noten die ik op het harmonium speel voor het eerste deel van deze mantra. Het enige wat ik dacht (en zei) was: “Ik kan toch niet altijd alleen maar akkoorden spelen! Dit maakt het gewoon een beetje leuker en vrolijker”. En zoals later bleek, de perfecte openingstrack voor het album.

Bekijk de video op IGTV hier.

AKKOORDEN

Deel 1
I C I F I C I G I
JAI GA I ṆEŚA JAI GA I ṆEŚA JAI GA I ṆEŚA PĀHI I MĀM I
I C I F I C I G I
ŚRĪ GA I ṆEŚA ŚRĪ GA I ṆEŚA ŚRĪ GA I ṆEŚA RAKṢA I MĀM I

Deel 2
I C I % I F I % I
I OM GAM GAṆAPATA I YE NAMAḤ I OM GAM GAṆAPATA I YE NAMAḤ I
I Am I % I F I % I
I OM GAM GAṆAPATA I YE NAMAḤ I OM GAM GAṆAPATA I YE NAMAḤ I

Deel 3
I G I F I C I G I
I GAM GAṆA I PATAYE I NAMO I NAMAḤ I
I G I F I Em I F I
I GAM GAṆA I PATAYE I NAMO I NAMAḤ I


Listen on Apple Music